Een mooi verhaal van een oud wiskunde docent. In de tijd dat de computer opkwam, nam hij computers op in zijn lesprogramma. Hij wilde kinderen leren omgaan met computers. Ouders vonden dat zo interessant dat zij vroegen of hij hen daarin ook geen les kon geven. Dat deed hij....
Op een avond had hij een groep enthousiaste ouders in de klas, allemaal achter een computer. Hij wilde die ouders graag een succeservaring meegeven. Dit was in de tijd dat je zelf nog programmaregels moest schrijven als je wilde dat de computer iets deed. Hij had de betreffende programmaregel groot en duidelijk op het bord geschreven. Hij gaf alle ouders de opdracht de regel exact over te typen. Het was best een lange regel dus de ouders waren daar wel even mee bezig. De meesten maakten een foutje in de regel en moesten dan opnieuw beginnen. Maar uiteindelijk had iedereen de regel getypt en slaagden ze er in de computer de opdracht uit te laten voeren. Iedereen? Nee niet iedereen! Er was een vrouw waarbij het maar niet wilde lukken. Nadat ze het verschillende keren geprobeerd had, ging de oud wiskunde docent kijken wat ze deed. Wat gebeurde er? Aan het eind van de getypte regel drukte ze op “enter”, zodat ze op de volgende regel verder kon. De programmeer regel werd daarmee afgebroken en dus deed de computer niks.
De moeder had op haar typemachine de goede gewoonte om, aan het eind van de regel, de wagen weer naar rechts te duwen om op de volgende regel verder te kunnen. Maar deze goede gewoonte op haar typemachine bleek een belemmerende gewoonte te zijn bij het werken op de computer. Die doet dan namelijk niks.
Op een avond had hij een groep enthousiaste ouders in de klas, allemaal achter een computer. Hij wilde die ouders graag een succeservaring meegeven. Dit was in de tijd dat je zelf nog programmaregels moest schrijven als je wilde dat de computer iets deed. Hij had de betreffende programmaregel groot en duidelijk op het bord geschreven. Hij gaf alle ouders de opdracht de regel exact over te typen. Het was best een lange regel dus de ouders waren daar wel even mee bezig. De meesten maakten een foutje in de regel en moesten dan opnieuw beginnen. Maar uiteindelijk had iedereen de regel getypt en slaagden ze er in de computer de opdracht uit te laten voeren. Iedereen? Nee niet iedereen! Er was een vrouw waarbij het maar niet wilde lukken. Nadat ze het verschillende keren geprobeerd had, ging de oud wiskunde docent kijken wat ze deed. Wat gebeurde er? Aan het eind van de getypte regel drukte ze op “enter”, zodat ze op de volgende regel verder kon. De programmeer regel werd daarmee afgebroken en dus deed de computer niks.
De moeder had op haar typemachine de goede gewoonte om, aan het eind van de regel, de wagen weer naar rechts te duwen om op de volgende regel verder te kunnen. Maar deze goede gewoonte op haar typemachine bleek een belemmerende gewoonte te zijn bij het werken op de computer. Die doet dan namelijk niks.
In organisaties stikt het van de gewoontes
In organisaties stikt het van de gewoontes, en gelukkig maar. Je moet er niet aan denken dat iedereen de hele dag na zou moeten denken over alles wat hij/zij doet. Er zou niks meer af komen. Er zijn dus heel veel goede gewoontes, van het ’s ochtends elkaar goede morgen wensen en koffie voor elkaar halen, tot het handigheidje om in een applicatie voor relevante informatie een veld te gebruiken dat daar eigenlijk niet voor bestemd is of even snel een paar bouten en moeren bij de Gamma te halen als het interne bestelproces iets te lang duurt. Deze goede gewoontes helpen medewerkers in een organisatie om efficiënt te zijn.
Tot het moment dat er in de organisatie iets gaat veranderen. In plaats van drie collega’s heb je er ineens twintig en iedere ochtend twintig mensen goede morgen wensen en voor twintig mensen koffie halen, is misschien niet zo’n goede gewoonte. Voor je aan je werk toekomt is het tien uur. Of er komt een aanpassing in de applicatie waardoor de relevante informatie in dat ene veld niet meer zichtbaar is. Collega’s moeten dan voortdurend gaan vragen hoe het nou precies zit. Dan is het gebruik maken van dat veld niet zo’n goede gewoonte. Of de tijd die je nodig hebt om je bonnetje van de Gamma te declareren volgens het nieuwe boekhoudsysteem vraagt zoveel stappen dat je er tureluurs van wordt. Als er in een organisatie iets gaat veranderen worden goede gewoontes van vroeger soms ineens belemmerende gewoontes van nu.
Tot het moment dat er in de organisatie iets gaat veranderen. In plaats van drie collega’s heb je er ineens twintig en iedere ochtend twintig mensen goede morgen wensen en voor twintig mensen koffie halen, is misschien niet zo’n goede gewoonte. Voor je aan je werk toekomt is het tien uur. Of er komt een aanpassing in de applicatie waardoor de relevante informatie in dat ene veld niet meer zichtbaar is. Collega’s moeten dan voortdurend gaan vragen hoe het nou precies zit. Dan is het gebruik maken van dat veld niet zo’n goede gewoonte. Of de tijd die je nodig hebt om je bonnetje van de Gamma te declareren volgens het nieuwe boekhoudsysteem vraagt zoveel stappen dat je er tureluurs van wordt. Als er in een organisatie iets gaat veranderen worden goede gewoontes van vroeger soms ineens belemmerende gewoontes van nu.
Ons pleidooi?
Wanneer een organisatie verandert, zorg er dan voor dat alles goed geregeld is, van inrichting tot procedures, opleidingen en trainingen. Maar als het dan toch nog niet werkt zoals je verwacht had, denk dan eens aan de gewoontes die medewerkers in je organisatie hebben. Want wat eerst goede gewoontes waren, kunnen bij veranderingen ineens belemmerende gewoontes worden. En daar valt niet tegen te organiseren of op te leiden. Je zult medewerkers en hun leidinggevenden zelf, met hun belemmerende gewoontes aan de slag moeten laten gaan. Een goede gewoonte!