Maak leermiddelen toegankelijk voor iedereen

6 januari 2025 peter.faulhaber@ns.nl

Een aantal jaren geleden werd ik in de lift aangesproken door een collega die blind / slechtziend is. Hij vertelde mij over zijn ervaring met de onboarding. Vanuit L&D hebben  wij voor de onboarding een mooie app laten maken. Echter, deze collega kon met geen mogelijkheid de inhoud van de app lezen. Tot zijn frustratie kreeg hij ook nog een mail dat het wel op prijs werd gesteld dat hij de app zou doorlopen voordat de onboarding dag begon. Uiteindelijk heeft hij zijn manager gevraagd om de inhoud van de app voor te lezen.

Ik schrijf 31-12-2024: Ik kijk de Top 2000. Gesprekken worden in verschillende kleuren ondertiteld zodat je weet wie wat zegt, bij gezongen teksten wordt begonnen met een * en titels van liedjes staan tussen haken. Wat mooi dat deze stappen worden gemaakt!

Inleiding

In mijn carrière, als L&D-er, ging ik nog telkens uit van een doelgroep die:

  • niet visueel beperkt is
  • geen problemen heeft met horen
  • niet dyslectisch is
  • niet neuro divers is
  • niet kleurenblind is
  • op leesniveau B1 / B2 teksten kunnen lezen. Misschien zit de doelgroep daadwerkelijk op leesniveau A2?

De tekst, boven de Inleiding, heeft bij mij een ommekeer teweeg gebracht. Hierdoor ben ik mij meer gaan interesseren wat andere doelgroepen in onze samenleving nodig hebben om te leren.

In juni 2019 is de EU wet European Accessibility Act (EAA) aangenomen. Deze wet treedt in werking op juni 2025. Daarnaast zijn er ook richtlijnen opgesteld vanuit de Web Content Accessibility Guidelines (WCAG). Deze twee schrijven voor hoe digitale uitingen D&I proof moeten zijn.

In dit stuk wil ik een aantal handreikingen geven om leermiddelen D&I proof te ontwerpen en ontwikkelen.

Inhoudsopgave
  1. Inleiding
  2. Inhoudsopgave
  3. Doelgroepen
    1. Culturele en etnische achtergronden
    2. Leeftijdsgroepen
    3. Gender en genderidentiteit
    4. Fysieke en mentale gezondheid
    5. Religie en levensbeschouwing
    6. Sociaal-economische achtergrond
    7. Neurodiversiteit
    8. Regionale en geografische verschillen
  4. Twee onderwerpen
  5. De teksten en afbeeldingen
    1. Hoe dan?
  6. De technologie
    1. Voorbeelden
  7. De contentdragers
    1. Teksten
    2. Afbeeldingen en grafieken
    3. Video’s
    4. Ondertiteling
    5. Audio descriptie
  8. E-learningmodules D&I proof?
  9. Apps voor de lerenden
  10. Onze eigen L&D ontwikkel applicaties
  11. Generatieve taalmodellen
    1. Teksten en afbeeldingen
    2. Ontwikkelapplicaties
  12. Conclusie
  13. Oproep
  14. Meer lezen?

De technologische ontwikkelingen maken het steeds makkelijker om leermiddelen te ontwikkelen die toegankelijk zijn voor iedereen binnen onze samenleving. We kunnen nu al ervoor zorgen dat leermiddelen Divers en Inclusief zijn. En ja, dat zal een verandering met zich mee brengen en dat zal tijd kosten. Maar, ik vind, dat leermiddelen die we ontwerpen en ontwikkelen toegankelijk moeten zijn voor iedereen.

Doelgroepen

Als je het heb over de D&I doelgroepen heb,  dan is dit iedereen binnen onze samenleving. Voorbeelden zijn:

Culturele en etnische achtergronden

Mensen met verschillende herkomsten, talen, of tradities. Bijvoorbeeld: migranten, vluchtelingen en mensen van biculturele achtergronden.

Leeftijdsgroepen

Jongeren, ouderen, en de generatie daartussen. Bijvoorbeeld: Generatieverschillen op de werkvloer of in de maatschappij.

Gender en genderidentiteit

Mensen van alle genders, inclusief mannen, vrouwen, non-binaire personen en transgender personen. Inclusief aandacht voor genderrollen en gelijkheid.

Fysieke en mentale gezondheid

Mensen met een beperking en / of mentale uitdagingen. Toegankelijkheid en ondersteuning staan hier centraal.

Religie en levensbeschouwing

Mensen met verschillende religies, overtuigingen, of atheïstische achtergronden. Respect voor geloof en tradities.

Sociaal-economische achtergrond

Mensen uit verschillende inkomensgroepen of opleidingsniveaus. Inclusie van sociaal kwetsbare groepen.

Neurodiversiteit

Mensen met autisme, ADHD, dyslexie, en andere neurologische verschillen.

Regionale en geografische verschillen

Mensen uit stedelijke, landelijke, of grensregio’s. Begrip voor diverse leefomgevingen en uitdagingen.

Twee onderwerpen

Om content geschikt te maken zijn er twee onderwerpen van belang:

  1. De teksten en afbeeldingen: Voldoen de teksten, zijn er geen discriminerende of polariserende teksten en afbeeldingen?
  2. De technologie: De technologie helpt ons om teksten leesbaar te maken voor medewerkers die bijvoorbeeld visueel beperkt zijn, kleurenblind zijn of gehoor problemen hebben.
De teksten en afbeeldingen

Hierbij kan gedacht worden aan:

  • Discriminerende en/of polariserende teksten en afbeeldingen.
  • Bepaalde doelgroepen te vaak in teksten en afbeeldingen worden gebruikt.
  • Niet alleen Nederlandse namen worden gebruikt als de teksten generiek zijn.
  • Rolbevestigend zijn.
Hoe dan?

Ook al proberen we hieraan te voldoen, helemaal vlekkeloos zal het zeker niet altijd zijn. Naar mijn idee zijn er drie hulpbronnen die je kan raadplegen:

  1. Medewerkers uit de doelgroep de teksten laten beoordelen. Je laat dan de teksten niet inhoud controleren, maar op de schrijfstijl.
  2. Collega L&D-er die goed teksten kan redigeren.
  3. Gebruik maken van generatieve taalmodellen (ChatGPT of Gemini) waarvoor je één of meerdere prompts gaat ontwikkelen om je teksten te redigeren.

Zelf zou ik eerst gebruik maken van de mogelijkheden  van een generatief taalmodel. Dit zou mij een beter gevoel geven  voordat ik de tekst laat bekijken door een collega of een medewerker.

De technologie

De afgelopen jaren is er op technologie heel veel gebeurd om leermiddelen toegankelijker te maken. Een aantal voorbeelden:

  • Lettertype speciaal voor dyslexie.
  • Applicaties waarmee je steeds gemakkelijker door de content kan bladeren met bijvoorbeeld de TAB-toets.
  • Uitspreken van de ALT-tekst bij afbeeldingen.
  • Richtlijnen voor een rustigere weergave van tekst en afbeeldingen op een monitor.
  • Talloze mogelijkheden om objecten te kleuren  of te arceringen.
  • Lettertype aanpassen en letters kunnen vergroten of verkleinen.
Voorbeelden

Er zijn tal van voorbeelden te vinden op internet om sites toegankelijker te maken voor iedereen. Het mooiste voorbeeld vind ik de site van het Sinterklaasjournaal.nl. Rechtsboven staat een rood poppetje in een witte cirkel. Als je daarop klikt kan je veel  instellen om de site toegankelijker te maken voor bepaalde doelgroepen.

De contentdragers

Naar mijn idee zijn er drie basis contentdragers:

  • Teksten.
  • Afbeeldingen en grafieken.
  • Video’s.

Per contentdrager zal ik aangeven hoe deze meer toegankelijker gemaakt kunnen worden.

Teksten

Voor teksten zijn de volgende zaken belangrijk:

  • Lettertype: Gebruik een lettertype die sans-serif is bijvoorbeeld Arial, Verdana , Open Dyslexic of Aptos.
  • Rust op de pagina. Dit betekent:
    • Wit ruimte tussen de regels.
    • Consequente opmaak.
    • Wit ruimte tussen tekst en afbeelding.
  • Maak gebruik van de Stijlen van Microsoft Word zoals Standaard, Kop 1, Kop 2, Inhoudsopgave, etc. Deze kunnen door screenreaders worden geïnterpreteerd.

Wist je dat Microsoft Word al diverse mogelijkheden heeft om teksten toegankelijker te maken? In Microsoft kunnen teksten worden ingesproken, teksten worden voorgelezen, teksten worden vergroot, met een leesregel worden weergegeven etc.

Afbeeldingen en grafieken

Voor afbeeldingen en grafieken moet rekening worden gehouden met het volgende:

  • Zorg dat mensen met kleurenblindheid ook de afbeeldingen en grafieken kunnen zien qua kleur. Vooral bij grafieken is dit erg belangrijk.
  • Maak, vooral bij grafieken, naast kleuren ook gebruik van arceringen om beter de grafische elementen te onderscheiden.
  • Twee hulpmiddelen zijn: Toptal Colorblind FilterCoblis – Color Blindness Simulator en Color Oracle.
  • Maak gebruik van de ALT-tekst. Dit zijn teksten die de grafiek af afbeelding beschrijven. Deze teksten worden voorgelezen of getoond op een braille regel.
  • Voor grafieken: Beschrijf in de lopende tekst goed wat er in de grafiek wordt getoond.
  • Voor afbeeldingen: Dit moet een aanvulling zijn op de lopende tekst. In afbeeldingen mogen geen elementen staan die niet in de tekst worden toegelicht.
Video’s

Bij video’s zijn de volgende zaken  van belang:

  • Ondertiteling: Voor medewerkers met gehoor problemen of die de Nederlandse taal niet vaardig genoeg zijn, is ondertiteling een goede aanvulling.
  • Audio descriptie: Voor medewerkers die visueel beperkt zijn, worden de videobeelden omschreven.
Ondertiteling

Ondertiteling kan op 2 manieren in een video geplaatst worden.

  1. Bij het publiceren van een video wordt de ondertiteling er vast ingezet.
  2. Later toevoegen met behulp de mogelijkheden van het afspeelplatform.

Mijn advies is om de ondertiteling toe te voegen via het afspeelplatform. In platformen zoals YouTube en BrightCove kan de ondertiteling automatisch worden gegenereerd. De gesproken tekst wordt dan omgezet in een ondertiteling. Dit heeft de volgende voordelen:

  1. De mogelijkheid om later een ondertiteling van een andere taal toe te voegen.
  2. Mogelijkheid om audio descriptie toe te voegen.

Let op: Controleer de automatische gegeneerde ondertiling altijd. De kwaliteit van de ondertiteling is afhankelijk van de kwaliteit van de audio.

Audio descriptie

Audio descriptie is een hulpmiddel waarbij een gesproken beschrijving wordt gegeven van de beelden. Het is bedoeld om visueel gehandicapte medewerker te helpen begrijpen wat er gebeurt in video door informatie hoorbaar te maken. Aangezien audio descriptie vrij nieuw is volgt hieronder een uitgebreide beschrijving:

  1. Beschrijving van visuele elementen: Bijvoorbeeld acties, gezichts- uitdrukkingen, omgevingen, kleding, of belangrijke details.
  2. Tijdstip uitspraak beschrijvingen: Beschrijvingen worden ingesproken tijdens natuurlijke pauzes in dialogen of muziek, zodat het niet stoort.
  3. Neutraliteit: De beschrijving moet objectief zijn en de kijker laten interpreteren wat er gebeurt zonder vooringenomenheid.
  4. Toegankelijkheid: Het moet eenvoudig en begrijpelijk zijn, zonder onnodige details.

Aandachtspunten voor het opnemen van audio descriptie zijn:

Stap 1: Bekijk het materiaal zorgvuldig

  • Identificeer belangrijke visuele elementen die essentieel zijn voor het verhaal. Per scene bekijk je wat er verteld zou moeten worden om de video te kunnen volgen.

Stap 2: Schrijf een script

  • Gebruik korte, duidelijke en objectieve zinnen.
  • Beschrijf wat belangrijk is voor het verhaal, zoals gezichtsuitdrukkingen, acties en locaties.
  • Vermijd interpretatie of mening, bijvoorbeeld:
    • Slecht: “Ze lijkt boos.”
    • Goed: “Ze fronst en haar stem wordt harder.”

Stap 3: Plaats de beschrijvingen in de tijd van de video

  • Plaats de beschrijvingen in natuurlijke pauzes in de audio van de video.
  • Zorg ervoor dat de timing logisch is en niet overlapt met dialogen of belangrijke geluidseffecten.

Stap 4: Opname

  • Neem de beschrijving op met een heldere stem.
  • Zorg voor een rustige en professionele toon, zonder afleidende emoties of variaties.

Stap 5: Integreer in de video

  • Voeg de audiobeschrijving toe aan een apart audiospoor of gebruik software om dit te synchroniseren met de video.

Meer informatie hierover kan je vinden op The Audio Description Project.

E-learningmodules D&I proof?

Ik heb ervaring met het ontwikkelen van modules met behulp van Articulate Storyline en Rise. De opties die ik hier beschrijf zijn afkomstig vanuit deze twee applicaties:

  • TAB-volgorde: Je kan aangeven hoe er door een pagina moet worden getabd. Ook kan je objecten uit de TAB volgorde halen.
  • ALT-tekst van objecten: Bij de eigenschappen van een object kan je een ALT-tekst ingeven.
  • Kleurstellingen en arceringen: Elk object die je maakt kan je kleuren en arceringen meegeven.
  • Lettertype: Gebruik een sans-serif lettertype, zolas Arial, Verdana, OpenDyslexic of Aptos.
  • Wit ruimte: Hou genoeg wit ruimte tussen tekst en afbeeldingen. Dit geeft rust in een pagina en houdt de pagina overzichtelijk.
  • Structuur: Zorg dat alle pagina’s dezelfde indeling hebben. Dit geeft rust in het lezen.

Tip: In zowel Storyline als Rise kunnen er templates worden gemaakt. Voordeel is dat er al veel vastligt.

Apps voor de lerenden

Er worden steeds meer apps gebruik om leren uit te leveren. Neem bijvoorbeeld apps voor onboarding of apps als TrainTool, Drillster, YouTube, Hihaho, etc. Maar denk bijvoorbeeld aan je LMS, Microsoft Teams, ZOOM, etc.

Zijn deze apps ook toegankelijk voor iedereen? Kunnen medewerkers met een visuele handicap of met een bepaalde vorm van neuro-diversiteit deze apps ook gemakkelijk bedienen?

Onze eigen L&D ontwikkel applicaties

Zijn de applicaties die wij gebruiken om mee te ontwikkelen wel zo gebruikersvriendelijk? Zou op jouw afdeling een L&D-er kunnen werken die visueel beperkt is of gehoorprobleem heeft?

Generatieve taalmodellen

Generatieve taalmodellen zoals ChatGPT en Gemini zijn een belangrijk hulpmiddel. Een aantal voorbeelden (gebaseerd op ChatGPT Plus 4o):

Teksten en afbeeldingen

Een voorbeeld van een prompt is:

Controleer of onderstaande tekst of afbeelding divers en inclusief is volgens de volgende criteria:

  1. Representatie: Zijn verschillende etniciteiten, genders, leeftijden, lichaamstypes, en beperkingen op een respectvolle manier vertegenwoordigd?
  2. Taalgebruik: Is het taalgebruik neutraal, inclusief en vrij van stereotyperingen of vooroordelen?
  3. Context: Worden mensen en situaties afgebeeld zonder stigmatiserende of verouderde stereotypen?
  4. Culturele gevoeligheid: Houdt de tekst of afbeelding rekening met culturele verschillen en vermijdt het kwetsende of exclusieve symboliek of uitingen?
  5. Toegankelijkheid: Is de inhoud begrijpelijk en toegankelijk voor mensen met diverse achtergronden, inclusief mensen met lees- of visuele beperkingen?

Beoordeel de volgende inhoud:
[Voeg tekst of beschrijving van afbeelding in]

Geef een analyse en suggesties voor verbeteringen indien nodig.

Ontwikkelapplicaties

Voor elke applicatie kan je vragen welke mogelijkheden er zijn om bijvoorbeeld een e-learning module gemaakt in Articulate Rise D&I proof te maken:

Welke mogelijkheden heeft Articulate Rise om een e-learningmodule D&I proof te maken.

Conclusie

Willen we als L&D-er ervoor zorgen dat onze leermiddelen toegankelijk zijn voor alle medewerkers, dan kan dat. Er zijn digitaal genoeg mogelijkheden om ervoor te zorgen dat leermiddelen divers en inclusief zijn. Je kan er nu al mee beginnen!

Zelf zou ik eerst een Proof of Concept uitvoeren. Ga samen met medewerkers uit de doelgroep de leermiddelen bekijken, kijk waar ze tegen aanlopen, vraag ze om advies hoe het anders of beter moet. Pas je leermiddelen en je werkwijze aan. Zorg dat deze manier van ontwikkelen in je DNA van L&D-er komt.

De technologische ontwikkelingen gaan heel snel. Is het nu bijvoorbeeld voor een beroep een vereiste dat men goed kan horen, binnen nu en een paar jaar is dat door technologische ontwikkelen misschien niet meer nodig. Wat ik hiermee wil aangeven is dat je beter ervoor kan zorgen dat je leermiddelen helemaal up-to-date zijn en dat je niet later nog een keer een aanpassing moet doorvoeren.

Oproep

Laten we er samen voor zorgen, dat de leermiddelen die wij als Learning and Development specialisten ontwikkelen, voor iedereen toegankelijk zijn.

Meer lezen?

Wil je meer werkverhalen van mij lezen klik dan hier.

Geen reacties

Plaats een reactie

Naam verplicht
Email verplicht, wordt nooit getoond